2 november – Dunhuang
Toegekomen in Dunhuang, is splinternieuw station in het midden van de woestijn op 10km van de stad. Dus eerst proberen mijn treinticket naar Urumqi te regelen. De eerste weigerde weer halsstarrig, ‘no, no’. Ikke kwaad natuurlijk, maar dacht toch nog eens aan het tweede lokket te proberen, die lagen een eindje van elkaar af. En deze wou eindelijk wat moeite doen, dus eindelijk mijn ticket van Jiayuan tot Urumqi (naar Jiayuan moet je met de bus).
Maar aangezien dat even heeft geduurd en er daar slechts 2 treinen per dag komen, is het daar totaal verlaten. Geen taxi of bus te zien. Alleen een zwart busje dat probeert voor een gekke prijs naar de stad te rijden. Even later komt toch een taxi met iemand die een ticket moet kopen, en lukt toch om voor geen geld mee te rijden als shared taxi. Raar toekomen hier wel.
De stad zelf is echt wel iets anders dan die mega Chinese steden. Deed me zelfs een beetje aan een Zuid-Amerikaanse stad denken (een beetje dan): klein, redelijk gezellig en zonder hoge gebouwen.
Heel goed en vriendelijk hotel gevonden en het openbaar vervoer genomen tot de Mogao caves.
De Mogao caves zijn weer grotten met boudda tekeningen en standbeelden in. Ingang is vrij duur (100RMB, in hoog seizoen zelfs 180), en je mag er enkel binnen met een gids, en die kiest 8-10 grotten die je bezoekt. Ook strikt verboden om fototoestel of zak mee te nemen.
Aan de ingang is het even schrikken, de Chinezen hebben het weer gerestaureerd en de buitenkant lijkt gewoon op één of ander hotelresort, eerder dan op grotten. Af en toe staat er nog een origineel, dwz met een soort houten afdak om een tempel aan te geven, maar meestal hebben ze er gewoon een betonnen muur voor gezet met een platieke deur voor. Het uitzicht van buiten hebben ze dus echt helemaal verknoeid.
Maar dan binnen is echt gewoon verbluffend. Is waarschijnlijk persoonlijk, maar de grotten zouden nog origineel zijn, dwz van rond 1000 en later, maar zijn zo ongelooflijk goed bewaard. Het lijkt bijna alsof het gisteren geschilderd is, hoewel je merkt dat 1 of twee kleuren zijn vervaagd, afhankelijk van de stof die gebruikt werd. Het andere opvallende is dat ze hier een beetje alles door elkaar hebben gegooid, omdat deze werden gefinancieerd door reizigers van de zijderoute: Je ziet dus beelden van boeddisme, taoisme en hindoeisme door elkaar, en zelfs tekenen van Europse invloeden, zoals onze verschillende sterrenbeelden. Sommige grotten zijn ontzettend groot met mega boedda’s in, andere kleiner maar perfect bewaard.
Eén van de grotten bevat de bibliotheekgrot waar in 1900 een grot werd ontdekt vol met manuscripten van 1000 jaar oud over alle mogelijke onderwerpen, en die werden gekocht door engelse en Franse archeologen, zodat die momenteel in de Louvre en het Britisch museum liggen. Eigenlijk wel schandalig.
Maar soit, dit is dus inderdaad echt een must.
Daarna nog wat in de omtrek gewandeld, je zit hier in het midden van de woestijn aan een riviertje, dus dat wat gevolgd en het woestijnlandschap met de riviercanyon was op zich ook wel de moeite.
Gegevens ter herinnering
(1 EUR = 9,3 RMB)
Nachttrein Jiuyuan – Urumqi in bottom hardsleeper: 122 RMB
Hotel Mogao (in centrum, er zijn er meerdere): 98RMB voor perfecte single kamer.