8 en 9 september – Shangri-la
De rit hiernaartoe van de Tiger Leaping Gorge is op zich al de moeite. Je klimt langzaam tot het plateau van 3200 meter en plots ben je in een totaal ander land. Open vlaktes, speciale huizen, en een tibetaanse bevolking: echt wel de moeite.
Shangri-la zelf is als stad ook helemaal anders, op een hoogte, en de oude stad is rustiger en mensen lijken er nog te leven (itt Lijiang, waar elke straat een lange winkelketen vormt). Raar maar echt gezellig.
De eerste dag de stad gedaan en dan gezocht naar een tour voor de tweede dag en een vlucht naar Shanghai.
Bij de stad hoort uiteraard het klooster dat overal met drie sterren staat aangeprezen en enkel moet onderdoen voor Lhassa. Wij beneiuwd, op foto zie je een stadje met 3 kloostergebouwen die erboven uitsteken. Eerst kaartje kopen in een Disneyachtig gebouw en dan met speciale shuttles ernaar toe (achteraf gezien kan je er eigenlijk gewoon naartoe wandelen ook). Wat blijkt nu is dat het middelste klooster is verdwenen. En bij het naarboven klimmen lijken de twee andere volledig nieuw. Heeft de Chinese overheid er dus niets anders op gevonden dan de kloosters (en het hele stadje) plat te gooien om het daarna terug op te bouwen in oude stijl. Vanop afstand nog wel indrukwekkend, maar het begint dus echt op een pretpark te lijken. Dit moet je dus niet meer komen bezoeken!
Tours gezocht, maar tours zijn hier echt ontzettend duur, zodat we dat maar niet hebben gedaan. Vliegtuigen van hier blijken ook veel duurder. Door terug te gaan naar Lijiang en via Chongqing te vliegen werd de vlucht plots EUR150 ipv EUR250, dus toch maar de avondbus terug naar Lijiang genomen en daar overnacht.
Rare is dat onlangs de neergehaalde kloosters en de veel te dure excursies ik Shangri-la echt een super stad vond.