12 en 13 september 2017 – Mongui****, Parame de Oceta**** en Zipaquirà*
Vroege vlucht van Medellin naar Bogota (de taxi naar de luchthaven in Medellin kost meer dan de helft van het vliegticket 🙁 ). In Bogota, taxi naar nabijgelegen busstation voor bus naar Zipaquira, een stadje gekend voor zijn zoutkathedraal. Blijkbaar is dit de enige plaats ter wereld buiten die in Polen. En aangezien ik mij herinner dat ik die in Polen heel indrukwekkend vond…
Bij aankomst in busstation gezocht naar een plaats waar ik mijn grote rugzak zou kunnen laten voor een uur of twee, maar blijkbaar is dat er niet. Uiteindelijk via via mijn bagage kunnen achterlaten onder het tafeltje van de sanitair manager (madame pipi dus). Soit, te voet naar de zoutkathedraal, en na dure ingang begonnen aan begeleide tour. Na tien minuten wel genoeg ervan, en ben dan zelf de mijnen ingetrokken, blijkbaar kon/mocht dat en er stonden toch overal plannetjes.
De mijnen zijn opgebouwd als een kruisweg met daarna de grote kathedraal. Maar of dat nu zoutmijnen zijn of gewoon wat rotsen waaruit ze dat hebben uitgeklopt. Het zijn dus de stations van de kruisweg, allen ietsje anders, en uiteindelijk een vrij grote ruimte met een kruis vooraan. Was wel ok, maar was toch niet echt onder de indruk, en ingangsprijs was eigenlijk buiten proportie voor wat het is. Als je dus echt te veel tijd hebt in Bogota en niet weet wat doen, maar anders kan je dit volgens mij gerust overslaan.
Daarna terug naar terminal om bagage op te pikken. Nu bleek er geen directe bus naar Tunja van hieruit, dus eerst stopbus naar Briceno, zo een soort truckstop waar ze je neerzetten en je dan hoopt dat er effectief wel een bus zal komen. Daar toch bus naar Sogamosa, die daar dan door al het stoppen en overstappen op andere bus (ik word er soms gek van) pas na 19u toekomt, zodat er geen bus meer is naar Mongui op de terminal. Ipv verder te gaan zoeken, dan maar taxi genomen naar Mongui, dan had ik toch nog iets van de avond (30000 COP of +- 8.5 EUR).
En dan Mongui…dit zouden ze snel uit alle gidsen moeten halen en stilhouden voor alle toerisme voor het om zeep is, want dit dorpje is echt gewoon zalig zoals het is. Is echt een heel mooi dorp op zich, maar de sfeer en de rust die er heerst is gewoon fantastisch. Op straat kom je zo goed als niemand tegen, hier zijn sowieso al helemaal geen toeristen, en als je iemand tegenkomt zijn ze verschrikkelijk vriendelijk. Misschien komt het omdat het hier niet het typisch toeristen seizoen is, maar dit was echt een zalige bestemming. En zeggen dat dit initieel niet op mijn planning stond.
Proberen iets te eten te vinden, maar de twee deftige restaurants waren dicht, dus in de lokale pizzeria beland, en dat was op zich al de ervaring waard.
Voor de rest is dit dorp bekend voor twee dingen. Ten eerste maken ze hier kwaliteitsballen, nog altijd manueel en artisanaal. Alle soorten ballen die je kan inbeelden, van voetbal, basket, volley…
Ten tweede is dit dorpje bekend omdat hier een wandeling begint naar de Paramo de Oceta. Een paramo is een uniek en zeldzaam soort natuur dat lang geleden werd gevormd door gletsjers. Ik had de 15km gpx-wandeling van internet gehaald. Had wel gelezen dat sommige boeren wat moeilijk deded, maar toch maar vertrokken. Nu Mongui ligt op 3000m hoogte, en het vertrekt met een steile klim van 5km of zo het dorp uit. Na een tijdje kom je inderdaad in de Paramo, echt een uniek en schitterend landschap, met een soort rare vegatatie van wat ik alleen als palmbloemen kan omschrijven. Maar was ondertussen een omheining tegengekomen met indicatie ‘privado’, maar ja, ik spreek geen Spaans. Alleen na een kilometer of twee staat er iemand van ver iets te roepen. En na een paar minuten staat voor mij een oud, schattig koppel volledig over hun toeren dat dit prive grond is en dat ik rond moet. Wel raar, want dit is dus volgens mij midden in het nationaal park, maar had inderdaad gelezen dat er een betwisting is tussen de lokalen overheid en sommige boeren. Soit, toch maar niet te veel de toerist uitgehangen en gedaan zoals ze vroegen, en dan maar zelf mijn weg beginnen zoeken , aangezien de gps dus over privé grond gaat blijkbaar. Dit lukte vrij goed, alleen wordt je dus echt drijfnat, want de ondergrond lijkt daar gras, maar je zakt er gewoon in en daaronder is het gewoon een drassige boel. Maar ja, na één keer zijn je voeten toch al nat 🙂
Verder doorgewandeld de bergen in. Aangezien ik wel wat tijd had verloren om rond het privé-gebied te gaan, toch maar niet meer afgedaald tot de lago negra. Die enkel van boven bekeken. En gelukkig, want daarna volgde nog de verdere klim tot uiteindelijk 4000m, waarna ik dan nog aan de terugweg moest beginnen. Was eerst even zoeken naar het pad terug, maar na een tijdje toch gevonden, dus dacht dat terugweg vlot zou verlopen. Maar plots is ook die afgesloten, en sta ik blijkbaar niet alleen al op privé domein, maar is de weg ook onderbroken door een landverschuiving. Dan maar op oriëntatie terug naar het pad vanop de heenweg, wat na wat zoeken (en nog nattere voeten) wel lukte. En dan blij terug in Mongui. In totaal die dag 21km, met dus een klim van 3000 naar 4000m. Was dus heel blij om terug in Mongui te zijn.
Maar dan nog wat door Mongui gewandeld, en plots was alle vermoeidheid weg. Kan moeilijk uitleggen, maar dit dorpje heeft zoveel charme, rust en gezelligheid, dat je in de 20 straten dat het dorp rijk is wel uren kan slenteren. Gaan douchen, iets gegeten in zo een klein lokaal ding, wat eigenlijk niet echt lekker was. Nog wat rondgewandeld en gaan slapen in mijn hotel waar buiten de receptioniste geen enkele andere persoon te bespeuren valt. (en volgens mij waren er de tweede nacht in heel het dorp enkel twee koppels toeristen bijgekomen).
De receptioniste vertelde mij trouwens ook dat je blijkbaar niet alleen naar de Paramo mag, maar dat je dit enkel met een lokale gids mag bezoeken. Maar ja, te laat. Hoewel ik moet toegeven dat met al die afgesloten paden ik wel begrijp dat je daar verloren kan lopen.
Voor mij was dit momenteel het toppunt van de reis. Heb al veel van die dorpjes gezien, maar deze had echt de perfect verhouding tussen schoonheid, rust en beperkte beschikbare faciliteiten. En je bent hier dan ook helemaal alleen als toerist.
Gegevens ter herinnering
————————
1 EUR = 3500 COP (Pesos)
Vlucht MDE-BOG: 105000 COP
Taxi luchthaven Medellin: 65000 COP. Er is een shuttle vanuit centrum, maar dat ligt ook niet ideaal.
Ingang zoutkathedraal 50000 COP, veel te duur voor wat het is.
Plaza hotel op central plaza heel leuk en vriendelijke staff.