25 oktober – Datong
De dag begonnen met de bus naar de Boudha grottoes, een beetje zoals in Luoyang, maar er zijn er iets minder, maar ze zijn beter bewaard. Vooral de belangrijkste caves (waar je jammergenoeg geen foto’s mag nemen) zijn ontzettend indrukwekkend, is eigenlijk de hoofdzaal van een tempel nagemaakt in een grot, is meer dan 1000 jaar oud, maar ontzettend goed bewaard en je ziet de kleuren er nog door.
Ondertussen gooit iedereen zichzelf, zijn vrouw en zijn kinderen terug in mijn armen voor de foto met de witte, moet toegeven dat het aantal toeristen hier al zo goed als terug op nul zit.
Met de stadsbus tot aan het busstation, en daar met de bus naar het hangend klooster. De bus stopt op ongeveer 5 km en gooit mij en een koppel Fransen van de bus, een wagen in die daar staat te wachten en die ons gratis naar het klooster rijdt.
Het klooster is eigenlijk indrukwekkender dan ik mij herinnerde. De ingangsprijs is echter belachelijk hoog, maar aangezien iedereen zich een weg moet banen via een aangeduid ‘parcours’ langs smalle trappen en gangetjes is dat misschien best. Eigenlijk zouden ze toeristen hier gewoon niet moeten op laten, want kan me niet inbeelden dat aan dit tempo het klooster er binnen de 10 jaar nog zal staan. En vrees vooral voor de Chinese ‘restauratie’.
De twee Fransen wel sympathiek, maar hebben 5 maanden en doen daarop enkel de belangrijkste zaken van de grote cirkel rond China. Lijkt mij wel heel weinig. Maar heb wat de indruk dat ze de tijd nemen om hun budget zo veel mogelijk te drukken, het zijn dan ook studenten. Heb ze daarna teruggezien in Pingyao, daar bleven ze een week.
Bij terugkomst in Datong via de hutong terug naar het hotel, het is daar wel wat authentieker dan in Beijing, zijn echt nog wel leuk om door te lopen.
Gegevens ter herinnering
(1 EUR = 9,3 RMB)
Ingang caves: 100 RMB
Ingang klooster: 130 RMB
