19 en 20 juni – King Hussein grensovergang naar Jeruzalem, Betlehem en Hebron
Heel vroeg vertrokken voor taxi naar noord bus station, waar de bus naar de grens bijna direct vertrok. Rond 8u15 dus al aan de grens. Wou afstappen met de rest, maar er is dus een aparte doorgang voor toeristen, gescheiden van de Arabieren.
Na bij drie loketten te zijn langsgeweest met Jordaanse ambtenaren wordt je op een bus gezet, die de grens overrijdt. De bus zelf wordt een aantal keer gecontroleerd, zodat je op die korte afstand ook al bijna een half uur verliest, voor ze je afzetten aan de Israëlische grenspost. En daar begint het echt lange stuk: vijf verschillende controles, met aan elk van de controles een lange wachtrij. Eerst je bagage incheckt, dan een controle waarvan ik dus niet weet wat ze deed buiten een stikker plakken, dan de veiligheidscontrole (maar veel slechter georganiseerd dan op een luchthaven), vervolgens de effectieve paspoortcontrole en het verkrijgen van het visum, om te eindigen met het ophalen van de bagage. Ben er rond 12 buitengekomen. Blijkbaar maken ze het hier expres extra moeilijk.
Shared taxi/bus gezocht, en aangezien ik de eerste was, daar ook zowat een uur moeten wachten tot hij vol zat. De prijs van de laatste plaats is onder alle aanwezigen verdeeld om het busje toch maar te doen vertrekken. Lang wachten dus, gelukkig zaten er een Palestijnse jongen en meisje op die net hun voorlaatste jaar middelbare school in Amerika hadden afgewerkt, en die dus perfect Engels spraken. Interessant om hun kant te horen…denk niet dat ze elkaar hier snel allemaal in de armen gaan vliegen.
In de namiddag de oude stad al wat bezocht, met de Church of Sepulchre, de plaats waar Jezus aan het kruis zou zijn genageld en gestorven, vervolgens begraven en dus herrezen. Maar van een spirituele ervaring kan je dus echt niet spreken, met de massa mensen die naar de kleine plaats met het graf willen, en een norse priester die het in goede banen probeert te leiden. De plaats waar het kruis stond is iets beter, maar ook daar geeft het toch geen goddelijke ingeving. Daarna de via dolorosa, de weg die Jezus zou hebben afgelegd met het kruis, en waar je dus ook de verschillende ‘stations’ van de kruisweg terugvindt (hij valt de eerst keer, hij ziet zijn moeder, …). Aangezien dit een weg is in de oude stad kan je je er iets beter bij voorstellen, toch als je de honderden souvenirwinkeltjes kan wegdenken.
Vervolgens nog naar de klaagmuur, heeft altijd een speciaal gevoel als je een plaats herkent die je al honderd keer op televisie hebt gezien, maar waar je nu de context/omgeving van kan inschatten. De muur was vrij ‘leeg’, in de ‘bibliotheek’, vlak tegen de klaagmuur was iets meer volk.
Geëindigd met de Mount Zion en Koning David’s graf, maar aangezien het ondertussen al vrij laat was was al de rest dus dicht. Even naar hotel en dan iets proberen te gaan eten. Maar aangezien het net zonsondergang was, mochten ze hier eindelijk eten, zodat alles of dicht was, of bomvol. Na lang wandelen na meer dan twee weken eindelijk wat terrasjes gevonden in de winkelstraat van het Israëlische deel van de stad. De hamburger was nog niet zo slecht ook.
Dag erna vrij vroeg vertrokken met openbaar vervoer naar Bethlehem. Eerst de melkgrot, de plaats waar Maria Jezus de borst zou hebben gegeven, waardoor de grot helemaal wit is geworden (tja…).
Daarna eindelijk naar de geboortekerk. Dit is de plaats waar Maria zou bevallen zijn. De kerk boven de grot waar ze bevallen is, is eigenlijk een Grieks orthodoxe kerk, daartegen plakt een Katholieke kerk, die toegang geeft tot de rest van de grot, waar het ‘huis’ zou zijn geweest van de ‘stal’ waar Maria beviel. De rest van de grot is niet veel speciaals. Dan lang moeten wachten naar om de plaats van de geboorte zelf te kunnen zien, aangezien er een processie bezig was. Uiteindelijk met wat drummen, tussen de toergroepen met hun uitleg en fotoshoots door toch zelf ook de ster kunnen aanraken waar Jezus het licht zou hebben gezien. maar ook dat geeft geen echt spirituele overtuiging als je ziet dat ze daar in rijen staan te wachten om de ster aan te raken, en dan knielen met ernaast een priester die staat te wachten met een offertemandje. Soit, in dezelfde grot ook nog de ‘Manger’, dit zou de plaats zijn waar de dieren eten kregen.
Een beetje ontgoocheld van Bethlehem vertrokken. Wat gezocht naar vervoer, en uiteindelijk de shared taxi naar Hebron gevonden, geregeld door Palestijnen. In Hebron dus afgezet aan de Palestijnse kant. Via de oude stad naar de graven van de Patriarchen. Hier zou dus Abraham, Jacob en Isaac, alsook hun familie, begraven zijn. Dit betekent dus ook dat deze plaats eigenlijk voor de drie godsdiensten heilig is. De effectieve plaats is bijgevolg ook in twee gedeeld, een moskee en een synagoge. Maar dus ernaar toe via de oude stad/markt. En hier spreken heel veel Palestijnen je aan over het feit dat Israël hier in het midden van de stad een nederzetting heeft gemaakt. En inderdaad, de stad is in twee gedeeld. Als je in de oude stad in de kleine straatjes naar boven kijkt, zie je tegen de huizen de kettingdraad en Israëlische uitkijkposten. Volgens de Palestijnen gooien ze uit hun huizen eieren, bleekwater, en alles wat ze maar kunnen vinden om de Palestijnen hier weg te krijgen. Verder is het zowat de eerste keer dat ik de indruk krijg dat ze hier toch wat bedelen en smeken om dingen te kopen. De moskee kon ik door de ramadan niet binnen, dus dan maar naar de Synagoge om de verschillende graven te zien. De graven op zich zijn niet echt de moeite, maar je ziet dat deze plaats voor de Joden van groot belang is. Terug buiten nog wat rondgelopen, een stuk niemandsland binnen de stad waar dus de scheiding tussen Palestijns en Israëlisch Hebron ligt. En dan de (Israëlische) bus genomen een beetje verder, waar de Palestijnen dus niet mogen komen. De bus neemt ook de weg via/door de Israëlische nederzetting. Er zit bijgevolg ook geen enkele Palestijn op die bus naar Jeruzalem, wel een paar joden in normale kledij maar met een machinegeweer.
Heel interessant om zien, maar moet toegeven dat dit de eerste plaats was waar ik me toch niet helemaal op mijn gemak voelde. Hier kan je de haat tegenover de andere van de gezichten aflezen vind ik.
In Jeruzalem in het central bus station toegekomen, en hier ben je dan precies weer in een heel andere wereld. Modern en vrij proper. Hoewel Palestijnen in Jeruzlem vrij van de ene kant naar de andere kunnen, heb ik toch niet de indruk dat er velen zich buiten hun ‘kant’ wagen. Uiteindelijk met de tram naar de winkelstraat, wat rondwandelen en uiteindelijk naar mijn hotel in het Palestijnse gedeelte om wat op te frissen voor het avondeten.